Staakt-Het-Vuren Zorgt Even Voor Rust, Maar Deze Hulpverlener In Gaza Heeft Meer Nodig

Inwoners van Gaza hebben de afgelopen dagen even op adem kunnen komen tijdens het staakt-het-vuren. Toch zijn de afgesproken vier dagen rust niet genoeg voor de bevolking, die kampt met voedseltekorten en infectieziekten, aldus medisch hulpverlener Aed Yaghi vanuit Gaza. ‘Wat hier binnenkomt is een druppel op een gloeiende plaat.

Met volgepakte ezels en kinderen in hun armen keerden afgelopen weekend Palestijnen huiswaarts. Maar voor de Gazanen uit Gaza-Stad, waar het grootste deel van de bevolking woont, was dat onmogelijk vanwege de Israëlische aanwezigheid in het noorden. Vrijdagochtend lieten Israëlische gevechtsvliegtuigen pamfletten vallen waarin mensen in het zuiden werden gewaarschuwd niet terug te keren naar het noorden. ‘De oorlog is nog niet voorbij’, lazen ze.

 

“Zij kunnen niet achterhalen of hun huis nog overeind staat en hoe het gaat met achtergebleven familieleden,” zegt Aed Yaghi, de directeur van het Palestijnse Medical Relief Society (PMRS), vanuit zijn huis in het midden van Gaza.


Toch hebben de mensen even rust, merkt Yaghi. Sinds vrijdagochtend, het begin van het staakt-het-vuren, klinken geen explosies meer in de enclave en genieten Palestijnen van de kalmte. Op beelden van Al Jazeera zijn spelende kinderen op het strand te zien, en Palestijnen die de zee gebruiken om te vissen. Yaghi hoopt op een langere periode van rust.


De kern

De overeenkomst tussen Israël en Hamas oogt kwetsbaar. Zeker toen zaterdag de gijzelaars pas laat in de avond werden vrijgelaten, terwijl dat ’s middags moest gebeuren. Het uitruilen van Israëlische gijzelaars tegen Palestijnse gevangenen tijdens een vierdaagse wapenstilstand, is de kern van de overeenkomst die Israël en Hamas woensdag met hulp van golfstaat Qatar sloten. Ook zouden meer humanitaire hulpvrachtwagens Gaza binnenkomen.


Voor zaterdag 7 oktober ontving de Gazastrook dagelijks meer dan 500 van die vrachtwagens. Yaghi benadrukt dat tijdens het staakt-het-vuren ‘slechts’ 200 vrachtwagens per dag Gaza binnenrijden. “Het is niets: de Gazastrook heeft veel voedsel, veel medicijnen en veel brandstof nodig.”


Voor het bestand vielen volgens het door Hamas geleide Palestijnse ministerie van Gezondheid meer dan 14.000 doden. Naar schatting zijn ongeveer 1,7 miljoen van de 2,4 miljoen inwoners van Gaza ontheemd. En volgens de Verenigde Naties is meer dan de helft van de huizen beschadigd of vernield. Het zorgt tijdens het staakt-het-vuren voor veel verdriet als inwoners hun verwoeste appartementencomplexen aanschouwen.

 

Gewonde hulpverleners

Yaghi, die samenwerkt met de WHO en UNRWA, heeft tien gezondheidscentra in Gaza in bezit. Dit weekend kon hij het gezondheidscentrum in Khan Younis weer openen. Deze medische faciliteit functioneerde niet meer vanwege de bombardementen in het oostelijke deel van de stad, maar door het staakt-het-vuren acht Yaghi het voor even weer veilig.


Ondanks voorzichtigheid, raakten al enkele hulpverleners van PMRS gewond tijdens de oorlog. Ook heeft de directeur geen contact meer met sommigen van zijn hulpverleners in Gaza. “Vooral in Gaza-Stad en Jabalia maken we ons zorgen over hun veiligheid.”


PMRS ziet grote tekorten aan bedden en medicijnen. “We hebben al 65 procent van het totaal aantal bedden verloren. Wij werken nu met slechts een derde van de capaciteit voor de gehele bevolking.” Wel komen volgens artsen meer medische hulpgoederen de strook binnen tijdens het staakt-het-vuren, zoals pijnstillers en anesthesie.

 

Voor degenen die niet meer gered konden worden en zijn gedood tijdens de oorlog, biedt het staakt-het-vuren ruimte voor een laatste groet van respect. Gazanen zijn druk met het begraven van de lichamen, hoewel ruimte daarvoor schaars blijft.


Epidemie

“Het is nog te vroeg om te zeggen dat er sprake is van enige verbetering in de humanitaire situatie. Zeker met de enorme aantallen mensen die in de opvang zitten. Ze zijn in grote nood,” vertelt Yaghi, die net als velen urenlang moet wachten op eten en drinken.


De medisch hulpverlener maakt zich vooral veel zorgen over de verspreiding van een epidemie. “Ik zie mensen met diarree en verschillende huidziektes. De opvangcentra zitten overvol.” Daarnaast staat de winter voor de deur en hebben Gazanen een gebrek aan warme kleding. Veel inwoners lieten die kleding achter omdat in oktober, toen een groot deel van de bevolking zuidwaarts trok, het weer nog uiterst zonnig was.