Margriet En Sjoerd Zaten Op vlucht Uit Israël

Zaterdag en zondag zijn door Defensie nog Nederlanders geëvacueerd vanuit het in oorlog verkerende Israël. Passagiers zijn blij dat zij veilig naar Nederland kunnen, maar vrezen tegelijk een grootschalige oorlog in het heilige land. Correspondent Gilad Perez reisde mee. ,,Uiteindelijk wil je terug, maar dit kan jaren duren.”

Een Nederlandse vlag, personeel met oranje hesjes en klompen op het bureau. Daar moeten Nederlandse evacuees zaterdag naar op zoek, op het vliegveld in Tel Aviv. Bij aankomst op Ben Gurion Airport zijn de delegaties van Mexico en Frankrijk niet te missen. De Nederlandse, Amerikaanse en Britse balies zitten weggestopt op de tweede verdieping.

 
Van vakantiegangers tot Israëliërs met een Nederlands paspoort; iedereen oogt opgelucht in de rij voor de paspoortcontrole. Sommigen werd het te heet onder de voeten. Bij hen heerst tevredenheid. Anderen hebben een dubbel gevoel. Zo voelen Margriet (60) en Sjoerd (65) Rinsma opluchting, maar zeker ook liefde voor het land waar ze al voor de 21ste keer waren. ,,Ons hart blijft altijd hier in Israël. Als het weer rustig is, boeken we gewoon weer een vlucht.”

Margriet en Sjoerd waren in Israël voor de festiviteiten rond het Loofhuttenfeest. Als zogeheten messiaanse Joden verbleven de twee in Jeruzalem. Zaterdagochtend werden zij, net als elke andere Israëliër, opgeschrikt door de bloedige aanval van Hamas, waarbij al meer dan 1300 Israëliërs om het leven zijn gekomen. ,,Dat was wel even schrikken. Maar bang waren we geen seconde”, zegt Sjoerd. ,,Daarbij hielp het geloof, wij zijn ten slotte in het heilige land.”

 

Woensdag zou het stel terugvliegen naar Nederland, maar die vlucht werd geannuleerd. Vervolgens stond hun terugvlucht met Transavia gepland op zaterdag, maar ook die ging niet door. Uiteindelijk vliegen Sjoerd en Margriet zaterdag met het vliegtuig van defensie naar Eindhoven en rijden ze van daaruit naar huis in Leeuwarden. ,,Het thuisfront maakte zich ontzettend zorgen.”

 

650 Nederlanders geëvacueerd

De vierde repatriëringsvlucht van de Nederlandse overheid is met 108 evacuees minder gevuld dan voorgaande vluchten. Sinds woensdag vliegt een defensievliegtuig dagelijks tussen Eindhoven en Tel Aviv. Tot en met zaterdag heeft de Nederlandse overheid meer dan 650 burgers gerepatrieerd.

 

De medewerkers van Nederland Wereldwijd (onderdeel van Buitenlandse Zaken) zeggen er alles aan te doen om iedereen te evacueren. ,,We blijven iedereen bellen die zich bij de Informatieservice heeft aangemeld”, staat vermeld in een email. De militaire vliegtuigen nemen ook regelmatig mensen uit andere landen mee. Zaterdag had het toestel ook 6 mensen uit andere Europese landen aan boord.

 

Zondag staat een nieuwe vlucht op het programma. Dit keer tussen Tel Aviv en Keulen, waarbij Defensie zorgt voor busvervoer naar Eindhoven. Het is volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken de vraag of een volgende vlucht nog nodig is en veilig kan worden uitgevoerd.

Luchtalarm

Op zaterdag, de heilige rustdag in het Jodendom, is de oorlog overal voelbaar. Het vliegveld is rustiger dan normaal, maar tegelijk niet uitgestorven. Hoewel veel vliegtuigmaatschappijen niet meer op Tel Aviv vliegen, voelen veel overheden de verplichting om hun eigen burgers te repatriëren.

 

En dan gaat het luchtalarm. Reizigers worden naar een zogeheten veilige kamer gebracht om te schuilen voor de raketten van Hamas. De Nederlanders weten hoe ze moeten handelen. Eerder op de dag werd het centrum van Tel Aviv al opgeschikt door de sirenes. Raketten van Hamas worden meestal uit de lucht geschoten door het luchtafweersysteem (Iron Dome).

 

In het vliegtuig zegt een van de Duitse militairen – de bemanning bestaat uit zowel Duitse als Nederlandse militairen – hoe defensie vertrouwt op de Israëlische techniek. Enerzijds vanwege de aanwezigheid van Iron Dome, en anderzijds vanwege de Israëlische afweer waarover het eigen defensievliegtuig beschikt. Raketten worden aan boord door sensoren herkend en vernietigd door middel van lasers.

Oh shit’

Elijah Banks (19) zat al twee maanden in Israël voor een taalprogramma voor Joodse jongeren. Zelf schrok hij niet wakker van de sirenes zaterdagochtend, hij verbleef in het noorden van Israël, wat verder weg van de Gazastrook dan bijvoorbeeld Tel Aviv. ,,Toen ik het zag dacht ik wel: ‘oh shit’. Mijn moeder belde mij gelijk ongerust op.”

 

Banks genoot in Israël en vond het er ‘helemaal top’. Het was daarom lang niet zeker of hij Israël zou verlaten. Hij twijfelde, maar besloot zich toch aan te melden voor deze vlucht. ,,Ik had hier niets meer te zoeken.” Op het vliegveld in Eindhoven staat Banks’ hele familie te wachten. Hij verwacht het programma niet meer voort te kunnen zetten in Israël. ,,Uiteindelijk wil je wel weer terug, maar dit kan misschien wel jaren duren. Dit is nu al de grootste oorlog sinds de Jom Kippoeroorlog.”