Zijn ontvoering hield Nederland in zijn greep. Voor het eerst blikt Ofir (18) terug op zijn kidnapping en vrijlating door Hamas. Zijn leven is volledig veranderd door de terreur. Hij zet zich nu in voor de vrijlating van andere gijzelaars. ,,Elke seconde kan een terrorist zijn wapen pakken en een gijzelaar doden.’’
In kibboets Ramat Rachel, ten zuiden van Jeruzalem, hangt een grote vlag met alle gegijzelde Israëli’s in Gaza. Ofirs foto wordt bedekt met een hartje, verwijzend naar de 123 gijzelaars die weer terug zijn in Israël. Terwijl de Hebreeuwse spreuk een ‘gezegende herinnering’ staat bij de foto’s van de meer dan dertig gijzelaars die hun ontvoering niet hebben overleefd.
,,Het gaat goed met me, maar niet erg goed omdat er nog altijd gijzelaars vastzitten in Gaza. Zelf probeer ik een beetje terug te keren naar het normale leven, maar het is niet hetzelfde. Ik probeer actief te zijn bij de demonstraties voor de vrijlating van de gijzelaars. Ook reis ik af en toe naar het buitenland voor afleiding en om te spreken over de situatie”, vertelt Ofir.
,,Ik denk dat het krijgen van het Nederlandse paspoort heeft geholpen, omdat ik de enige Nederlandse gijzelaar was. Ik denk dat de premier in Nederland ons echt heeft geholpen en heeft aangedrongen om ons eruit te krijgen. Nederland is een mooi land, ik ben er zelf op mijn 13de geweest.”
‘Ik was erg bang’
Terug naar 7 oktober. Toen sliep Ofir niet in zijn eigen Ramat Rachel, maar 100 kilometer zuidwaarts in kibboets Be’eri, tegen de grens van de Gazastrook. Hij logeerde bij zijn vriendin Yuval toen hij om 06.30 uur wakker werd van het luchtalarm. ,,Ik was erg bang, we wisten niet wat we moesten doen. Ik dacht dat het een ‘normale’ raketaanval was die ochtend. Na een uur kwamen we erachter dat het niet normaal was. Ze vertelden ons dat er terroristen in Be’eri waren. Ik dacht aan één of twee terroristen, maar het waren er veel meer.”
,,Om twaalf uur hoorden we de terroristen het huis binnenkomen. Ik was in de saferoom met mijn vriendin, haar ouders en zusjes. We hoorden ze door het huis lopen. We probeerden de kamer op slot te doen, maar de terroristen braken de deur open. Het eerste dat ik me herinner was het wapen van de terrorist.”
‘Ik was in shock’
Onmiddellijk schoten de indringers de hond dood en namen de familie mee naar buiten. Ofir en zijn vriendin Yuval liepen naar een zwarte auto. Alleen Yuvals vader Yossi, Ofir en een andere tiener moesten instappen. ,,Ik was in shock. Ik zag in Be’eri enorm veel terroristen die aan het schieten waren. Ze rukten de Israëlische vlaggen van de huizen en scheurden deze doormidden.”
Ofir had direct al het gevoel dat ze naar Gaza reden. Een man was de chauffeur en een ander hield een wapen op de gijzelaars gericht. ,,Binnen twintig minuten waren we in Gaza en brachten ze ons naar het huis van de terrorist. Ze stelden ons veel vragen in het Engels, zoals waar we vandaan kwamen en of we in het leger zaten.”
‘We hoorden veel bommen’
,,Ze raakten ons niet aan, maar ze zeiden de hele tijd dat we niet terug zouden gaan en dat niemand thuis aan ons dacht. In de ochtend gaven ze ons ontbijt; anderhalf pitabroodje met kaas. Overdag spraken we een beetje met de bewakers en we speelden een spelletje kaart met ze. In het begin sliep ik niet, maar pas na een week wel. Ik sliep op een matras en ’s nachts hoorden we veel bommen vallen; het hele gebouw trilde, daar werd ik wakker van.
Op de stille momenten dacht Ofir veel aan zijn familie en aan zijn vriendin. ,,Ik wist dat het met mijn familie in Ramat Rachel goed ging. Ik wist niet wat er met mijn vriendin was gebeurd. Ik dacht dat ze vermoord of ontvoerd was. En ik dacht vaak: wanneer word ik vrijgelaten en wanneer ga ik terug?”
Dat moment kwam na 54 dagen gevangenneming. ,,Het was geweldig. Ik zag eerst mijn vader en moeder. Daarna belde ik mijn vriendin en zei: alles gaat goed. Ze zei dat ik mijn baard moest scheren en dat ik haar daarna terug kon bellen”, zegt Ofir lachend.
Ofir zet zich in voor gegijzelden in Gaza
Ofir herstelt voorspoedig en gaat zich gelijk inzetten voor de overige gijzelaars in Gaza. In het bijzonder voor zijn schoonvader Yossi Sharabi, waar hij mee vast heeft gezeten. In januari kreeg de familie te horen dat hij niet meer zou leven. ,,Het gaat niet goed met ze”, vertelt Ofir over zijn vriendin en schoonmoeder. ,,Ze verblijven nog steeds in het hotel bij de Dode Zee”, daar werden alle Be’eri evacuees naartoe gebracht na de aanval.
Ofir: ,,Ik wil dat de mensen die dit lezen weten dat de gijzelaars zich in een verschrikkelijke situatie bevinden en dat ze van niets weten. Elke seconde kan een terrorist het wapen pakken en ze doden.”