Muziekfestival Supernova werd in Israël een symbool voor de gruwelen van 7 oktober. Ter herinnering aan de slachtoffers heeft de organisatie het festivalterrein nagebouwd in Tel Aviv. De expositie laat alles zien, van toilethokjes met kogelgaten tot spullen die de doden achterlieten.
ijf uitgebrande auto’s liggen op een hoop in een enorme hangar in Tel Aviv. Het moet de parkeerplaats voorstellen van muziekfestival Supernova, dat in de vroege ochtend van 7 oktober werd aangevallen door Hamas. Op de auto’s liggen kaartjes en foto’s ter nagedachtenis aan de 364 vermoorde festivalgangers.
Het festivalterrein is voor deze tentoonstelling gereconstrueerd, het bevat alle items die na de ramp zijn verzameld: versieringen, geluidsapparatuur, met kogels doorzeefde toiletten, verkoolde voertuigen. Supernova Sukkot Gathering, een weekendlange rave met trancemuziek, werd georganiseerd ter gelegenheid van de joodse feesten Soekot en Simchat Thora.
De naam van de expositie, Nova 6:29, verwijst naar het tijdstip dat Hamas zijn aanval op het zuiden van Israël begon. Daarbij werden twaalfhonderd Israëliërs vermoord en meer dan tweehonderd ontvoerd. Samen met de verwoeste kibboetsen langs de grens met de Gazastrook werd het muziekfestival nabij kibboets Re’im het symbool van het bloedbad.
Dansende festivalgangers
Ofir Amir, betrokken bij het festival en de expositie, noemt de tentoonstelling ‘een herinnering voor alle vrienden die we zijn verloren’. “Het doel van deze expositie is niet alleen dat Israëliërs dit kunnen zien, maar heel de wereld.”
Nomi Dubinsky, een bezoeker van de expositie, wil ‘graag voelen wat de festivalgangers die ochtend voelden’. Ze zegt het lastig te vinden om hier te zijn, maar spreekt haar waardering ervoor uit dat deze tentoonstelling ook een herinneringsplaats is geworden. Ze kijkt rond bij de kunstwerken die overlevenden hebben gemaakt. “We moeten ze blijven herinneren,” zegt de zichtbaar aangedane Dubinsky over de vermoorde Israëliërs. “De uitgebrande auto’s op de expo hebben me het meest gebroken.”
Het motto van de expositie, ‘We zullen weer dansen’, komt overal terug op de handgeschreven kaartjes die verspreid over het terrein liggen. Want daar kwam iedereen voor, om te dansen op trance.
Diezelfde muziek klinkt nu door de expositieruimte in Tel Aviv. Op een bord is geschreven welke optredens wanneer plaatsvinden, op beeldschermen zijn dansende festivalgangers te zien. Avihu Turzion luistert naar de muziek. “Het is niet mijn smaak,” zegt hij, “maar ik wilde heel graag naar een plek die het verhaal vertelt. Ik had een vriend bij het festival. Gelukkig heeft hij het overleefd en gaat het goed met hem.”
WhatsAppberichten
Op de beeldschermen zijn ook WhatsAppberichten te lezen die de angst van de feestvierende jongeren weergeven. Turzion is vooral te spreken over hoe realistisch alles is. “Ik ben bij veel festivals geweest en ik zie dat ze het heel echt hebben nagebouwd. De bar, de tenten, de toiletten; het voelt gewoon precies als een festival.”
Yogamatjes, omgevallen stoelen, slaapzakken en halve tentjes staan op het kampeergedeelte. De kogelgaten in de toilethokjes zijn met rode stift omcirkeld. Een aangrijpende plek is die van de gevonden voorwerpen. Daar worden alle door festivalgangers achtergelaten eigendommen getoond, van onderbroeken tot tassen en van petten tot zonnebrillen. De voorraad wordt nog steeds door vrijwilligers aangevuld.
Ruim drieduizend mensen waren aanwezig op Supernova, dat vrijdag 6 oktober in de avond begon en zou duren tot in de middag van 7 oktober. De tentoonstelling is een eerbetoon aan de Tribe of Nova, een groep mensen die ‘onder de open hemel hun trancecultuur vieren’.
Producer Amir benadrukt dat 7 oktober niet alleen duisternis met zich meegebracht. “We hebben ook ruimte voor licht. We zijn met een nieuwe reis begonnen voor het genezen van hen die zijn geraakt.” Alle opbrengsten van de expositie gaan naar de leden van de Novagemeenschap.