Hoewel een grote meerderheid van de Israëli’s de oorlog tegen Hamas steunt, zijn er ook enkelen die zich tegen de vijandelijkheden uitspreken. Haters van Israël worden ze genoemd en ook bij een van de weinige demonstraties tegen de oorlog krijgen de demonstranten veel over zich heen. Het AD sprak met drie van hen.
Ongeveer vijftig mensen staan in de regen op een druk kruispunt in Tel Aviv. Ze protesteren tegen de huidige oorlog van Israël in Gaza. De omvang van de demonstratie staat in schril contrast met het protest voor de vrijlating van de gijzelaars. Daar komen wekelijks tienduizenden Israëliërs op af.
,,De demonstraties voor het vrijlaten van de gijzelaars zijn veel populairder en niet controversieel. Terwijl demonstreren eigenlijk alleen gaat om een stem laten horen waar niet iedereen het mee eens is”, vertelt Kobi op het protest. Hoewel het staken van de oorlog wordt gesteund in veel andere landen, is het in Israël een schaars geluid.
De politie van Tel Aviv stemde eind november toe met een demonstratie, waarin wordt opgeroepen tot een staakt-het-vuren in de Gazastrook. Dat was de eerste keer sinds het uitbreken van de oorlog op 7 oktober, toen Hamas-terroristen 1.200 mensen doodden en meer dan tweehonderd gijzelden.
Palestijns lijden
Israël heeft sindsdien gereageerd met een massale lucht- en grondcampagne waarbij veel slachtoffers vallen aan Palestijnse zijde. En dat is voor veel demonstranten een doorn in het oog. Zij zien liever een diplomatieke dan een militaire oplossing voor het huidige conflict.
Het Israëlisch Democratische Instituut peilde de publieke opinie over de mate waarin Israël tijdens de militaire operaties rekening moet houden met het lijden van de Palestijnse bevolking in Gaza. Een grote meerderheid van de Joodse geïnterviewden (81 procent) is van mening dat dat geen invloed mag hebben, terwijl een grote meerderheid van de Arabische geïnterviewden (83 procent) het tegenovergestelde standpunt inneemt.
En dat wordt niet door iedereen in dank afgenomen. Tijdens het protest scanderen omstanders meermaals de bijnaam van premier Benjamin Netanyahu, ‘Bibi, Bibi, Bibi’, klinkt plagend richting de demonstranten. Anderen gaan in discussie of toeteren simpelweg als ze langsrijden. De demonstranten reageren niet of steken het ‘peace-gebaar’ op.
Kobi Snitz (52): ,,We protesteren tegen de voortdurende oorlog en we roepen op voor een staakt-het-vuren. En natuurlijk voor een diplomatieke oplossing voor een Palestijnse staat. Het is een extreem brutale oorlog met een ongekend hoog dodenaantal. Het is een schande dat er zo weinig weerstand tegen is in Israël.
,,Er zijn nu een paar demonstraties geweest tegen de oorlog. Maar de politie heeft ze eigenlijk allemaal afgesloten. Als deze demonstratie misschien iets groter was dan hadden ze het waarschijnlijk niet door laten gaan. Vrienden van mij zijn gearresteerd vanwege het proberen protesteren. En sommigen zijn al weken in de gevangenis die verdacht worden van het plannen van een demonstratie. En dat zijn vooral Arabische Israëliërs.”
Ben Eshel (59): ,,Er zijn duizenden redenen om hier te zijn. Als het een normale staat zou zijn, dan hadden er miljoenen mensen op de straat gestaan. Onze overheid is bang voor vrede. Premier Netanyahu hoort naar huis te gaan. Hij heeft ons de ergste dag sinds de holocaust gebracht. Veel joden die nu leven hebben nog nooit zoiets meegemaakt, en dan blijf je zitten als premier. Ga toch weg.
Eshel vervolgt: ,,Israël moet de oorlog stoppen. Ze moeten gaan onderhandelen met Hamas over de gijzelaars. Er wordt niet omgekeken naar de levens van hen. Het doden van Arabieren is belangrijker voor de Israëlische overheid. Ze zorgen ervoor dat wij Israëli’s Palestijnen moeten haten, en dat we bang voor ze moeten zijn. Gelukkig ben ik daarvan afgekomen.”
Alexander (21): ,,Ik probeer hier mijn solidariteit te uiten met mensen die niet verdienen wat er nu gebeurt. Ik kan helaas niet direct tussen beide strijdende partijen in Gaza komen. Want er zijn geen winnaars in de oorlog. Ik denk wat op 7 oktober is gebeurd wordt gebruikt als excuus om een bloedbad te veroorzaken. The New York Times heeft al geschreven dat onze leiders al wisten dat dit ging gebeuren, en ze hebben er niks aan gedaan. In Israël leven we in een bubbel. Dat wordt gecreëerd door de media, het onderwijs en onze politiek. Die bubbel zorgt ervoor dat we niet in contact komen met de buitenwereld en waardoor onze linkse ideologie een minderheid is in Israël.”