Palestijnen ingeklemd tussen 800 checkpoints en blokkades op de Westoever

Niet alleen in Gaza, ook op de Westelijke Jordaanoever staat het leven van de Palestijnen op de kop sinds het uitbreken van de oorlog. Slalommend door liefst 800 checkpoints die door Israel zijn opgezet moeten ze zich een weg banen door het kleine stukje land. Het geweld neemt toe. ,,Het is moeilijk om van de ene naar de andere stad te gaan.”

Ramzi uit Oost-Jeruzalem manoeuvreert zich dagelijks door de wegen van de heilige stad. Als taxichauffeur ervaart hij de restricties op de naastgelegen bezette Westoever. ,,Ik rijd alleen voor 11:00 uur naar de Palestijnse steden, omdat ik heel erg moet omrijden. Voor de mensen daar is het bijna onmogelijk om Jeruzalem binnen te komen”, zegt Ramzi, die liever niet met zijn achternaam in de krant wil.

 
De bewegingsvrijheid op de Westelijke Jordaanoever is drastisch beperkt sinds het begin van de Gaza-oorlog. Tientallen nieuwe controleposten zijn door Israël opgezet om het toezicht te verscherpen. Ook zijn bijna alle vergunningen voor Palestijnen om Israël binnen te komen, voor werk of andere redenen, ingetrokken.

Meer dan honderdduizend Palestijnen zitten daarom thuis zonder werk. Ook de vermindering van het toerisme naar de Westoever en de komst van Arabische Israëliërs zorgt voor een dip in de economie. Deze laatste groep investeerde altijd in de binnenlandse Palestijnse economie, vertelt de Palestijnse econoom Raja Khalidi in Ramallah.


Stille Ramadan

De al-Aqsamoskee in Oost-Jeruzalem op de Tempelberg wordt dit jaar minder bezocht door moslims uit de steden op de Westoever. De moskee zelf is een heilige plek voor moslims. Vooral tijdens de Ramadan zijn veel Palestijnen te vinden in het Arabische gedeelte van de oude stad. Voorgaande jaren ging dat gepaard met botsingen, dit jaar bleef het overwegend rustig op de heilige berg.


Op een doordeweekse dag klinkt de adhaan, een oproep tot gebed, door de uitgestorven Arabische markt in Jeruzalem. Een verkoper zegt geen klanten meer te hebben na de oorlog. Veel toeristen blijven weg sinds de uitbraak van de oorlog, vooral nu de spanningen nog meer zijn toegenomen na de Iraanse wraak op Israël. Arabischsprekende mannen kijken voor zich uit, wachtend op klanten.


Na het middaggebed bij de al-Aqsamoskee lopen enkele gelovigen weer naar buiten. Zij lopen voorbij de kraampjes waar gebedsproducten en Arabische zoetigheid worden verkocht. Ook Adnan Marmash (76), wonend in Oost-Jeruzalem, loopt in maatpak door de markt. ,,De gebeden waren prachtig, vooral in de nacht kan ik hier heel erg genieten.”

 

Met trots laat Marmash foto’s zien van zijn familie die tijdens het verbreken van het vasten samenkomt bij de al-Aqsamoskee. Tijdens deze zogeheten iftar zijn er veel mensen die naar de moskee komen. ,,Dit jaar zijn er met name Palestijnen uit Oost-Jeruzalem, zonder de oorlog zouden ook Palestijnen uit de Westelijke Jordaanoever aanwezig zijn”, zegt Marmash. Hij bekommert zich over de oorlog in Gaza, wat voor veel verdriet en frustratie zorgt bij hem. ,,Ik heb vrienden in Gaza, maar ze zijn nu gelukkig in Egypte.’’

Reisbeperkingen

Ook de Franse studente Sham (22) heeft net haar middaggebed verricht in de moskee. Ze volgt de opleiding Arabisch en voor een semester studeert ze nu aan de An-Najah universiteit in Nablus, een stad op de Westelijke Jordaanoever, waar Sham ook woont.


Het was voor de studente niet makkelijk om naar Jeruzalem te komen door de reisbeperkingen. ,,Het is moeilijk om van de ene naar de andere stad te gaan.’’ Sham merkt dit ook met haar studie. Eerst kwamen veel mensen naar de lessen op de universiteit, maar nu komt niemand meer. Omdat het veel langer duurt om daar te komen.’’


Voor de oorlog waren er 550 blokkades op de Westoever opgezet door Israël. ,,Daarna sprong dit naar 700 en nu zijn het 800 checkpoints, poorten en barricades in de Westoever”, vertelt econoom Khalidi. Dit brengt de bewegingsvrijheid van Palestijnen nog verder in het nauw.


Vanuit Jeruzalem gaan verschillende bussen naar het Palestijnse gebied. Een van die bussen wordt leeggehaald. ,,Dat maken we heel vaak mee. Het is echt vervelend”, zegt Assam, een Palestijnse passagier in de bus. Iedereen wordt dan gecontroleerd op hun papieren.


Toename geweld

Het Israëlische leger hoopt met de beperkingen grip te krijgen op Palestijnen die op geweld uit zijn tijdens de Gaza-oorlog. De spanningen sinds 7 oktober zijn echter drastisch toegenomen. Het Palestijnse Ministerie van Volksgezondheid zegt dat minstens 466 mensen, onder wie gewapende strijders, op de Westelijke Jordaanoever zijn gedood door Israëlische strijdkrachten of kolonisten.

Volgens Israëlische cijfers zijn in dezelfde periode minstens dertien Israëliërs, waaronder twee leden van de Israëlische veiligheidstroepen, door Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever gedood.


Geweldsincidenten stapelen zich op. Een week geleden werd het lichaam van de 14-jarige Israëlische herder, Benjamin Achimeir, gevonden nabij Ramallah. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu noemde het een ‘gruwelijke moord’. Israël zegt dat het om een vermoedelijke militante aanval gaat.


Honderden gewapende Joodse kolonisten vielen vervolgens Palestijnse dorpen in de buurt van de stad Ramallah binnen. Ze blokkeerden wegen, staken auto’s in brand en schoten op burgers. De week erop doodden Israëlische kolonisten twee Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever. Daarmee lijkt maar geen einde te komen aan de geweldsgolf in het bezette Palestijnse gebied.

Palestijnen die voor de oorlog in Israël werkten zitten nu vast. Velen zitten daarom ook zonder werk in Beit Jala, een Palestijnse stad op de Westelijke Jordaanoever, zo’n tien kilometer van Jeruzalem. De stad met een populatie van 15.000 inwoners bestaat uit zowel christenen als moslims.

Beit Jala valt in zone A van de Westelijke Jordaanoever. Dat betekent dat de Palestijnse Autoriteit het er voor het zeggen heeft. Maar het grootste deel van de Westoever staat geheel of gedeeltelijk onder Israëlisch gezag. Bovendien mogen Joodse kolonisten er nederzettingen vestigen en is het Israëlische leger aanwezig. Daarom beschouwt de internationale gemeenschap de Westelijke Jordaanoever als bezet gebied.


In de binnenstad van Beit Jala toeteren de auto’s erop los. Taxichauffeurs zoeken oogcontact met toeristen die nauwelijks in de stad aanwezig zijn. Ook jongeren hangen op straat en proberen een zakcentje te verdienen. ,,Jij wil deze One Million-parfum wel kopen. Voor maar vijftig sjekel”, zegt een wanhopige jonge Palestijn.


Bij een van de weinige apotheken in Beit Jala vertelt medewerkster Renad (25) over de slechte verkoop waar zij nu mee te maken heeft. ,,Mensen hebben geen geld om iets te kopen. Ook blijven toeristen weg en kunnen mensen niet meer naar Israël voor werk’’. Ze ervaart dat de Palestijnse overheid geen steun biedt aan de winkeliers.


De apotheek leeft in onzekerheid over de import van producten. ,,Onze producten komen van Arabische leveranciers maar worden ook geïmporteerd uit Israël. Nu is dit laatste nog steeds het geval, maar we weten niet hoelang dit nog zo zal blijven.”


Palestijnse economie

De Palestijnse economie is kwetsbaar en draait voor tachtig procent op de Westelijke Jordaanoever, vertelt econoom Khalidi. Veel inkomsten komen van het werk dat Palestijnen vanuit daar in Israël verrichten. Voor de oorlog werkten er zo’n 180.000 Palestijnse arbeiders en werknemers in Israël die vier miljard dollar per jaar naar huis brachten. Dat is de helft van het totale Palestijnse nationaal inkomen, rekent Khalidi voor.


Hij woont zelf in Ramallah, de stad waar de Palestijnse Autoriteit zetelt. Het dagelijks leven ervaart hij als normaal, ondanks alle veranderingen door de oorlog. ,,Ramadan was zoals elke ramadan, maar zonder grote feestjes. Mensen zijn erg somber”, zegt Khalidi. Er heerst veel solidariteit met de mensen in Gaza. ,,Hier op de Westelijke Jordaanoever hopen Palestijnen dat dingen ooit weer normaal kunnen worden.”